Na de operatie wordt de patiënt eventueel overgeplaatst naar de afdeling Intensive Care.
Afhankelijk van de zorgvraag wordt de patiënt ter plaatse behandeld, vervoerd naar een traumacentrum, SEH of dichtstbijzijnde ziekenhuis.
De centralist stelt de zorgvraag vast en zet de benodigde hulpdiensten in.
Op de plek van het ongeval beoordelen de medische teams welke zorg de patiënt direct nodig heeft en welke behoefte aan ziekenhuiszorg er is.
Het is van levensbelang dat een patiënt met een acute zorgvraag zo snel mogelijk op de juiste plaats medische zorg krijgt.
Het ambulanceteam of MMT draagt de patiënt over aan het multidisciplinair SEH-team.
De hulpdiensten gaan naar de plek van het ongeval.
Ketenzorg is zorgverlening door verschillende zorgverleners. Deze zorg bestaat bovendien uit meerdere onderdelen. Traumazorg vindt plaats binnen de zorgketen die begint bij de 112-melding en eindigt met het revalidatieproces. De belangrijkste schakels in de traumazorg zijn:
1. Omstanderhulp en alarmering via de Meldkamer ambulancezorg
112 wordt gebeld na een ongeval. De telefonist schakelt door naar de gespecialiseerde meldkamer. De centralist stelt de zorgvraag vast en zet de benodigde hulpdiensten in.
2. Verplaatsen naar de patiënt(en)
De hulpdiensten gaan naar de plek van het ongeval. Dit kunnen zijn: ambulanceteams, Mobiel Medisch Team, politie, brandweer, eventuele bergingsbedrijven, Milieudienst, GGZ-instellingen zoals het RIAGG.
3. Beoordelen van de patiënt(en)
Op de plek van het ongeval beoordelen de medische teams welke zorg de patiënt direct nodig heeft en welke behoefte aan ziekenhuiszorg er is.
4. Verlenen van acute hulp
Indien nodig wordt de eerste medische zorg verleend. Moeten slachtoffers uit complexe beknelde situaties worden bevrijd, dan is al sprake van een samenspel van diverse hulpverleners ter plekke.
5. Vervoer naar een ziekenhuis
Afhankelijk van de noodzakelijke zorg vindt vervoer plaats van de patiënt naar:
6. Opvang op de Spoedeisende Hulpafdeling (SEH)
Op basis van een vooraanmelding via de meldkamer wordt een multidisciplinair SEH-team samengesteld. Zij gaan naar de SEH voordat de patiënt arriveert. Het ambulanceteam of MMT draagt de patiënt over aan dit team en meldt welke handelingen zijn verricht en welke zorg is verstrekt. Zo nodig vindt een nadere diagnose plaats. Spoedbehandelingen vinden plaats in de zogenoemde 'crashroom'.
7. Operatie
De patiënt wordt naar een operatiekamer gebracht. Zo nodig staat ook hier een specifiek samengesteld, multidisciplinair operatieteam klaar.
8. Intensieve zorg
Na de operatie gaat de patiënt eventueel naar de afdeling Intensive Care.
9. Verpleging en ontslag
Tijdens de ziekenhuisopname ondergaat de patiënt de nodige gespecialiseerde zorg inclusief revalidatie en fysiotherapie. Het ziekenhuis houdt de huisarts van de patiënt op de hoogte en regelt eventuele nazorg.
10. Poliklinische revalidatie
Na ontslag uit het ziekenhuis blijft de patiënt gedurende een bepaalde tijd onder controle. Uiteraard wordt hierbij gekeken naar de aard van de aandoening en de invloed die de traumatische ervaring kan hebben op het leven van de patiënt.